Onvoorspelbaarheid van de overdrachtsbelasting schaadt vertrouwen
2 september 2024
De afgelopen jaren heeft de overheid de overdrachtsbelasting gebruikt als een politiek instrument, wat het vertrouwen van burgers, bedrijven en investeerders heeft geschaad. Tussen 2021 en 2023 is het tarief voor commercieel vastgoed gestegen van 6,0% naar 10,4%, een stijging die deels werd ingevoerd om begrotingstekorten te dichten. Deze verhoging werd door het toenmalige kabinet-Rutte IV erkend als een maatregel die vooral financieel gemotiveerd was, zonder voldoende oog te hebben voor de bredere economische consequenties.
Politieke erkenning van een te hoge belastingdruk
Al snel na de invoering van het verhoogde tarief gaven betrokken bewindspersonen, waaronder woonminister Hugo de Jonge en staatssecretaris Marnix van Rij, aan dat de belastingdruk was doorgeschoten. Hoewel zij erkenden dat de verhoging te ver ging, besloten zij om de verantwoordelijkheid voor een eventuele correctie over te laten aan het volgende kabinet. Met Prinsjesdag in zicht, staat de overdrachtsbelasting daarom opnieuw ter discussie binnen het kabinet en de coalitiepartijen.
Impact op investeringen in de woningmarkt
Er groeit een consensus dat het huidige tarief van 10,4% een negatieve invloed heeft op de investeringen in de Nederlandse woningmarkt, die al kampt met een groot tekort aan woningen. Dit hoge tarief ontmoedigt zowel nationale als internationale investeerders, wat contraproductief is in een tijd waarin er dringend behoefte is aan nieuwbouw. Om de woningbouw te stimuleren, lijkt het dan ook verstandig dat het nieuwe kabinet kiest voor een beperkte verlaging van het tarief voor commercieel vastgoed.
Noodzaak van een geïntegreerde benadering
Het is echter cruciaal dat een dergelijke verlaging niet op zichzelf staat, maar deel uitmaakt van een breder pakket aan fiscale maatregelen. Dit zou bijvoorbeeld kunnen omvatten het afschaffen van de winstbelasting voor woningcorporaties, het ontwikkelen van een nieuw fiscaal regime voor vastgoedinvesteringen, en het overwegen van een planbatenheffing. Alleen door deze maatregelen in samenhang te beschouwen, kunnen de budgettaire en beleidsmatige effecten zorgvuldig worden afgewogen en kan de woningbouw effectief worden gestimuleerd.
Langetermijnvisie en stabiliteit
Belangrijk is dat de overheid langdurige stabiliteit biedt in haar fiscale beleid. Het voortdurend aanpassen van de overdrachtsbelasting als reactie op kortetermijnbehoeften ondermijnt het vertrouwen van investeerders en verstoort de woningmarkt. Een duurzame oplossing vraagt om een langetermijnvisie waarin fiscale maatregelen consistent en voorspelbaar zijn. Dit voorkomt dat de ambitie om jaarlijks 100.000 nieuwe woningen te bouwen verder in gevaar komt en draagt bij aan een stabiel investeringsklimaat in Nederland.
Bron: fd.nl