Gebruik landbouwgrond voor woningbouw
8 augustus 2024
Nederland kampt met een groot woningtekort, terwijl een aanzienlijk deel van de grond wordt gebruikt voor landbouw. Ondanks de milieueffecten en de geringe bijdrage aan de economie blijft landbouwgrond een belangrijk onderdeel van het Nederlandse landschap. Dit roept de vraag op of er niet meer balans moet komen in het grondgebruik om tegemoet te komen aan de dringende behoefte aan nieuwe woningen.
Woningmarkt en bouwdoelstellingen
De oververhitte woningmarkt in Nederland vraagt om voldoende bouwvolume om stabiliteit en betaalbaarheid te garanderen. Het nieuwe kabinet heeft daarom de bouwdoelstellingen van voormalig woonminister Hugo de Jonge overgenomen. Het hoofdlijnenakkoord stelt dat jaarlijks 100.000 nieuwe woningen moeten worden gebouwd. Echter, door een gebrek aan geschikte locaties voor grootschalige woningbouw blijven deze aantallen voorlopig buiten bereik.
Verspreiding van woningbouwlocaties
De nieuwe coalitie zet het beleid van spreiding van woningbouwlocaties voort onder de noemer ‘elke regio telt’. Dit betekent dat nieuwe gebieden voor grootschalige woningbouw worden aangewezen, aanvullend op bestaande locaties en woondeals. Dit beleid is essentieel omdat ongeveer 40% van de mogelijke verstedelijking in kwetsbare gebieden terechtkomt. Deze gebieden zijn kwetsbaar vanwege hun natuur- en cultuurhistorische waarde, waterhuishouding of bodemdaling.
Binnenstedelijke verdichting en grenzen
Hoewel de meeste woningbouw voorlopig op binnenstedelijke locaties plaatsvindt, kent deze verdichting grenzen door ruimtegebrek en bewonersvoorkeuren. Na 2030 zal een significant deel van het huidige landbouwgebied herbestemd moeten worden voor woningbouw. Vooral grasland voor intensieve veehouderij zal op grote schaal moeten wijken voor nieuwe woningen.
Economische en milieueffecten van landbouw
In een dichtbevolkt land als Nederland met een groeiende bevolking en een groot woningtekort, is het geen probleem om de intensieve veehouderij te verkleinen. De agrarische sector draagt slechts 1,5% bij aan het bbp en ontvangt jaarlijks honderden miljoenen aan EU-subsidies, terwijl ze negatieve effecten op natuur en milieu heeft. Ondanks deze geringe economische bijdrage wordt 54% van het landoppervlak gebruikt voor landbouw, waarvan driekwart bestemd is voor vlees- en zuivelproductie.
Maatschappelijke druk en herverdeling van ruimte
De druk op de landbouwsector zal vooral maatschappelijk zijn, omdat er steeds minder begrip is voor de negatieve milieueffecten en de onevenwichtige verdeling van ruimte. In een dichtbevolkt land met een grote vraag naar woongebieden, is het onlogisch dat het percentage agrarisch gebied fors hoger blijft dan het EU-gemiddelde van 38%. Dit onbegrip zal leiden tot een heroverweging van het grondgebruik ten gunste van woningen.
Nieuwe balans in grondgebruik
Het advies ‘niet alles kan overal’ blijft relevant. Daarom moeten mogelijkheden voor woningontwikkeling rond de 40 grootste steden worden verkend. Eerder werden tussen 1995 en 2015 830.000 woningen gebouwd, waarvan twee derde op voormalige agrarische gebieden net buiten de stad. Deze verkenningen moeten opnieuw worden gemaakt, vooral voor ‘piekbelasters’ rond Natura 2000-gebieden.
Natuur-inclusieve woongebieden en biobased bouwmaterialen
Waar natuur en landbouw botsen, kunnen natuur-inclusieve woongebieden een oplossing bieden. Als grond agrarisch moet blijven, moet worden gekeken naar het verbouwen van biobased bouwmaterialen. Het vorige kabinet had de ambitie om in 2030 minstens 30% van de nieuwbouwwoningen met minimaal 30% biobased materialen te realiseren. Verder onderzoek naar gewas-productcombinaties voor nieuwbouw, renovatie en verduurzaming van gebouwen is noodzakelijk.
Oproep tot besluitvorming
Het station ‘Kool-en-geit-sparen Centraal’ is gepasseerd: gebrek aan besluitvorming is geen optie meer. De ministers van Landbouw en Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening moeten kiezen voor een nieuwe balans in grondgebruik om aan de woningbehoefte te voldoen.
Bron: fd.nl