Aantal huishoudens in energiearmoede gestegen ondanks steunmaatregelen
4 juli 2024
Het aantal huishoudens in Nederland dat in energiearmoede leeft is in 2023 gestegen met 70.000 ten opzichte van 2022. In totaal waren er in 2023 396.000 energiearme huishoudens, ofwel 4,8% van alle huishoudens. Zonder de miljarden euro’s aan steunmaatregelen van de overheid zou dit aantal veel hoger zijn geweest.
Oorzaken van de toename
De toename van energiearmoede heeft een aantal oorzaken:
- Hoge energieprijzen in de eerste helft van 2023: De energieprijzen zijn in de eerste helft van 2023 sterk gestegen door de oorlog in Oekraïne. Dit heeft geleid tot hogere energierekeningen voor alle huishoudens, met name voor lage inkomens.
- Slechte kwaliteit van woningen: De meeste energiearme huishoudens wonen in een woning met een slechte energielabel. Dit betekent dat de woning slecht geïsoleerd is en veel energie verbruikt.
- Lage inkomens: Huishoudens met een laag inkomen hebben minder te besteden en kunnen minder goed omgaan met onverwachte uitgaven, zoals een hoge energierekening.
Verborgen energiearmoede
Naast de zichtbare energiearmoede is er ook sprake van ‘verborgen energiearmoede’. Dit zijn huishoudens met een laag inkomen die hun energierekening laag houden door te besparen op hun energieverbruik. Dit kan leiden tot ongezonde en oncomfortabele leefomstandigheden.
Regionale verschillen
Er zijn grote regionale verschillen in energiearmoede. In Noordoost-Groningen, Zuid-Limburg, Den Haag en Arnhem wonen relatief veel energiearme huishoudens. Dit komt onder andere door de hoge concentratie van lage inkomens in deze gebieden en de slechte kwaliteit van de woningen.
Toekomst
De toekomst van de energiearmoede is onzeker. De energieprijzen zijn gedaald, maar nog steeds hoog. De energierekening van huishoudens zal in 2024 waarschijnlijk lager uitvallen dan in 2023, maar nog steeds hoger zijn dan in 2019. Of de energiearmoede verder zal toenemen hangt af van de ontwikkeling van de energieprijzen, de inkomens en de kwaliteit van de woningen.
Bron: nrc.nl