Iets teveel woningfabrieken?

Tien jaar geleden waren bouwers en opdrachtgevers terughoudend ten aanzien van industriële bouw. Nu, met vele goede voorbeelden en een ruim aanbod, groeit het besef dat industriële bouw aanzienlijke voordelen biedt, waaronder duurzaamheid, prijs- en kwaliteitszekerheid, en een efficiënter gebruik van leermogelijkheden. Deze positieve trend heeft geleid tot een overvloed aan woningfabrieken die snel zijn opgekomen.

Toenemend aantal industriële woningen

Het aantal industriële woningen verdubbelde tussen 2018 en 2022 naar bijna 10.000 woningen. Hoewel dit op het eerste gezicht gunstig lijkt, pleit Marjet Rutten, kwartiermaker innovatief bouwen, tegen de verdere proliferatie van woningfabrieken. Zij benadrukt de noodzaak van verdere professionalisering binnen de industriële bouw.

De noodzaak van verdere professionalisering

Verdere professionalisering is essentieel voor de industrie, met een focus op verbeterde keuzemogelijkheden, nauwkeurige detailleringen en nog duurzamere woningen. Om deze doelen te bereiken, is een aanzienlijke investering in digitalisering en robotisering vereist.

Hoge investeringen en risico’s: een uitdaging voor kleinere bouwers

Investeren in digitalisering en robotisering vereist aanzienlijke financiële middelen, waardoor grotere bouwbedrijven in het voordeel zijn. Investeringen van 100 miljoen euro of meer zijn nodig om rendabel te zijn, wat betekent dat kleinere partijen moeite hebben om te concurreren op het gebied van prijs-kwaliteitsverhouding. Er zijn drie mogelijkheden voor woningbouwers: coördinatie van gespecialiseerde bouwers, softwarekoppeling met externe partijen, of een focus op vakmanschap en uitvoering voor unieke projecten.

Bron: cobouw.nl