Wat komt er terecht van de woningbouwplannen van Hugo de Jonge
15 augustus 2022
Minister Hugo de Jonge begon vol goede moed aan zijn taak als minister van VRO. Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening kreeg weer een eigen minister. In plaats van dat het een taak erbij was voor de minister van Binnenlandse Zaken. Maar wat komt er terecht van zijn ambitieuze plannen voor de woningmarkt? Minstens 900.000 nieuwe woningen moeten er komen tot 2030, waarvan minimaal twee derde betaalbaar, dus sociale huur, middenhuur en koopwoningen tot aan de grens voor NHG. Gemeenten moeten daarnaast een evenredige bijdrage leveren aan de huisvesting van statushouders. Mensen die zorg nodig hebben en mensen die met spoed op zoek zijn naar een woning, bijvoorbeeld na echtscheiding. Op den duur moet iedere gemeente 30% sociale huurwoningen hebben, met name voor deze doelgroepen.
Regie staat ver af van de uitvoering
De rijksoverheid moet de regie weer krijgen over de woningbouw, dat was de opdracht die minister De Jonge kreeg. Maar in de praktijk komt daar nog maar weinig van terecht. Rijk en provincies maken afspraken en vervolgens is het aan de gemeenten om aan te geven hoeveel woningen zij jaarlijks kunnen bouwen. De communicatie met de gemeenten houdt te wensen over waardoor de plannen vooral theoretisch zijn en de uitvoering achterblijft. Zo vragen provincies aan gemeenten om gedurende de zomermaanden van 2022 ‘even’ hun plannen voor het verhogen van het aantal sociale huurwoningen uit te werken. Een onhaalbare opdracht. Datzelfde geldt voor de opdracht van de provincies aan gemeenten om in diezelfde periode de haalbaarheid van hun bouwplannen te toetsen in overleg met corporaties en bouwers. Aangezien het uitwerken van een bouwplan doorgaans jaren in beslag neemt, is het vrij duidelijk dat ook dit net haalbaar is.
Dicht op de uitvoering
De gekozen strategie is niet erg efficiënt. Juist gemeenten zitten dicht op de uitvoering. Zij kunnen daardoor juist sneller schakelen, maar dat wordt ze nu onmogelijk gemaakt. Gemeenten kampen daarnaast met een groot personeelstekort. De tijd die er wel is wordt nu besteed aan overleg met het Rijk en de provincie. Om de plannen voor de woningbouw uit te kunnen voeren moet de samenwerking tussen verschillende departementen worden verbeterd. Bijvoorbeeld als het gaat om de uitstoot van stikstof. Stijgende kosten maken het daarbij ook nog eens extra lastig om bouwplannen te kunnen realiseren. Zowel grond als bouwmaterialen worden steeds duurder.
Focus op de uitvoering
Volgens deskundigen moet de focus nog veel meer op de uitvoering komen te liggen. Er moeten meer woningen worden gebouwd en ook gecreëerd door woningen te splitsen en panden om te bouwen zoals winkels en kantoren. Nederland zou het voorbeeld van Finland kunnen volgen waar alleen gebouwd mag worden op grond die in bezit is van de overheid om speculatie te voorkomen. Zoals het beleid nu wordt uitgevoerd gaan die 900.000 woningen er in 2030 niet komen, zo is de sombere verwachting.
Bron: NRC