Stedenbouwkundige Jan Gehl strijdt al 50 jaar voor menselijke steden
6 september 2021
Jan Gehl is inmiddels 84. De Deense stedenbouwkundige en architect pleit al meer dan 50 jaar voor steden met minder auto’s en meer ruimte voor voetgangers, fietsers en publieke ruimte. Hij is ondanks zijn gevorderde leeftijd nog lang niet klaar met zijn werk en lijkt onvermoeibaar. Er is dan ook nog veel te doen, zo constateert hij. Dat er steeds meer mensgericht wordt gebouwd is een positieve ontwikkeling en het bewijs dat er steeds beter wordt geluisterd naar wat mensen echt willen.
De omliggende ruimte moet leidend worden
In de twintigste eeuw werd er vooral modernistisch gebouwd. Er werd op een locatie een gebouw neergezet en dat pand was leidend voor de omgeving. De infrastructuur was gericht op auto’s. Voor een omgeving die prettig was voor mensen en toegankelijk voor voetgangers en fietsers was maar weinig aandacht. Ook Jan Gehl kreeg dit mee toen hij zijn studie bouwkunde volgde in Kopenhagen. De nadruk moet minder komen te liggen op gebouwen waar mensen wonen en werken en meer op de publieke ruimte. Hier ontmoeten mensen elkaar en komen ze samen om te ontspannen. Dat is minstens zo belangrijk als het realiseren van de zoveelste torenflat, zo constateerde Gehl al vele decennia geleden.
De 15-minuten stad moet leidend worden
De 15-minuten stad, een stad waarin je te voet, op de fiets of met het openbaar vervoer binnen 15 maanden overal moet kunnen komen, moet meer navolging gaan vinden. Parijs heeft al de ambitie uitgesproken hiernaar te willen streven. Ook steden in Nederland nemen het idee over. Jan Gehl wordt er een beetje cynisch van. ‘Steden waren vroeger allemaal 15-minuten steden’, constateert hij. ‘een oud stadscentrum is meestal een kilometer in doorsnede. Prima te doen in een kwartier. Pas later kwamen de wijken die gericht zijn op de autobezitter, die tientallen jaren dominant zijn geweest. Binnenstedelijk bouwen en ontwikkelen is daarvoor onvermijdelijk. Maar wolkenkrabbers zijn niet nodig. In Parijs en Barcelona worden appartementencomplexen gebouwd die maximaal 6 etages hoog zijn.
Zorg dat de stad voor iedereen leefbaar is
Binnenstedelijk ontwikkelen heeft de voorkeur, aldus Jan Gehl. Maar soms ontkom je er niet aan om ook aan de stadsranden te bouwen. Doe dat dan in overleg met de burgers en zorg dat het ook in de buitenwijken prettig is om te wonen. Dat doe je door naast gebouwen ook ruimte te creëren voor ontspanning en groen. En zorg ervoor dat ook de buitenwijken geschikt zijn voor de voetganger en de fietser.
Bron: Stadszaken