Corporaties willen financiële schade als gevolg van liftenkartel verhalen op liftenbouwers
3 augustus 2021
De twee grootste liftenbouwers in Nederland, Kone en Otis. Hebben onderling prijsafspraken gemaakt voor het plaatsen van liften voor woningcorporaties. In de periode 1998 tot 2004 was er sprake van een ‘liftenkartel’ waardoor de corporaties tientallen miljoenen meer betaalden. Nu een rechter in Rotterdam heeft vastgesteld dat er sprake was van onrechtmatige kartelafspraken willen zij dit geld terug. De bedrijven zijn hiervoor volgens de Rotterdamse rechter hoofdelijk aansprakelijk. ThyssenKrupp, Mitsubishi en Schindler, die eveneens werden aangesproken in verband met kartelafspraken, troffen inmiddels een schikking. De uitspraak van de rechter wordt nu bestudeerd, wellicht dat Kone en Otis nog in beroep gaan.
Forse boete van de Europese Commissie
In 2007 legde de Europese Commissie de liftbedrijven al een megaboete op van 1 miljard euro. Er waren prijsafspraken gemaakt om niet te concurreren op de markt voor de Benelux en Duitsland. Dit gold zowel voor nieuwbouw als ook voor onderhoud en renovatie. Omdat de leveranciers van liften vooral winst halen uit langlopende onderhoudscontracten liepen de prijsafspraken over contracten voor tientallen jaren. Daarmee was een hoge boete gerechtvaardigd. Het ging overigens niet alleen om liften maar ook om roltrappen in bijvoorbeeld kantoren en warenhuizen.
Het exacte schadebedrag wordt later vastgesteld
Een mededingingseconoom, ingeschakeld door De Glazen Lift, de stichting die de corporaties bij de rechter vertegenwoordigt, gaat nu aan de slag om het schadebedrag te berekenen. Het liftenkartel heeft naar verwachting de corporaties tientallen miljoenen euro’s extra gekost. Of er daadwerkelijk een schadevergoeding wordt betaald en hoe hoog deze uitpakt zal in een later stadium blijken.
Bron: Het Financieele Dagblad