Economisch Instituut voor de Bouw pleit voor verantwoord bouwen in het groen
29 juni 2021
Bouwen in het groen ligt in Nederland al jaren onder vuur. Het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) presenteerde in juni 2021 een rapport genaamd Ruimtelijke Ordening en Bouwlocaties’. Hierin wordt onder meer gepleit voor verantwoord bouwen op locaties die nu nog alleen natuurgebied bevatten. Nederland klakkeloos volbouwen en al het groen opgeven is natuurlijk geen optie. Er moet groen zijn om Nederland leefbaar te houden.
Bouwen in het groen kan op een verantwoorde manier
In de provincie Gelderland wordt gewerkt aan de bouw van 100.000 extra woningen. Dat bouwen in het groen prima kan zonder dat de natuur er op achteruit gaat bewijzen de gemeenten Arnhem en Nijmegen en de samenwerkende gemeenten in Foodvalley (Gemeenten Barneveld, Ede, Nijkerk, Rhenen, Renswoude, Scherpenzeel, Veenendaal en Wageningen). De provincies Gelderland en Utrecht en de betrokken gemeenten zitten samen met het Rijk aan tafel om de mogelijkheden voor het bouwen van woningen te realiseren. Daarbij wordt geprobeerd om de Groene Metropool, de ‘groene long’ zoveel mogelijk te sparen. Er wordt vooral gekeken naar het efficiënter te benutten.
Toekomst voor bedrijven
Veel bedrijven zijn nu gevestigd in stadskernen of net daarbuiten. Daar kunnen ze vaak niet verder uitbreiden. Door deze bedrijven een buitenlocatie te bieden, waar uitbreiding wel mogelijk is, komt er aan de rand van het stadscentrum ruimte vrij voor woningbouw. Nieuwbouw kan dan meteen op verantwoorde wijze plaatsvinden. De architect krijgt dan de opdracht om te ‘bouwen in het groen’ dus met een park, een kunstmatig meer of andere groenvoorziening. Ook wordt er gekeken naar bouwen in de buurt van treinstations, zoals rond station Nijmegen, Veenendaal De Klomp en Arnhem. Ook door de voormalige stadscentra compacter te maken met meer winkels dicht bij elkaar en overbodige panden die worden omgebouwd naar woningen, kan er meer woonruimte worden gerealiseerd zonder dat dit ten koste gaat van groen in de stad.
Bron: Het Financieele Dagblad