Succesvol de Omgevingswet implementeren
9 maart 2020
Over niet al te lange tijd wordt de Omgevingswet van kracht. Er moet op een betere en simpele manier meer ruimte voor initiatieven worden geboden. Daar zijn dus ook andere werkmethoden voor nodig. Dit gaat niet alleen op voor gemeenten, maar ook voor het grotere geheel in de regio. Aan de hand van een aantal tips is veel te bereiken op dit gebied.
Werken met de nieuwe wet
In februari is de Omgevingswet door de Eerste Kamer gekomen. Daardoor lijkt deze vanaf 2021 daadwerkelijk in werking te treden. Toch is een groot deel van de gemeenten nog niet klaar om meer flexibiliteit en afwegingsruimte te bieden. Het is daarom zaak dat hier op een goede manier op voorbereid wordt. Bijvoorbeeld met de volgende tips.
De stuurstijl als basis
Om de Omgevingswet succesvol te implementeren, is meer aandacht voor werkwijzen nodig. Dit betekent dat de gemeentelijke stuurstijl eerst bepaald moet worden. Het is essentieel om eerst te bepalen waar je staat als gemeente. Die stap wordt nog te vaak overgeslagen om direct aan de technische uitwerking te beginnen. Stel jezelf als gemeente eerst de vragen wat de ambities en opgaven zijn.
Eigen invulling geven
Het is belangrijk om te beseffen dat deze stuurstijl per gebied kan verschillen. Daarom is gebiedsgerichte aanpak erg aantrekkelijk. Dit kan bijvoorbeeld op basis van kernwaarden en opgaven worden gedaan. Zo ontstaat ruimte voor ontwikkeling en kan er geëxperimenteerd worden. Dit stimuleert de mogelijke initiatieven.
Een omgevingsplan ontwikkelen
Hoewel 2021 als ingangsdatum geldt, hebben gemeenten tot 2024 om een omgevingsvisie te ontwikkelen. Slimme gemeenten zien dit als een kans op verbetering. In de visie zijn duidelijke keuzes te maken zodat duidelijkheid voor initiatieven bestaat. In het omgevingsplan komen onder andere duidelijk planregels. Ook wordt de inzet van omgevingsplan-activiteitenvergunningen hierin besproken.
Het uiteindelijke plan
Na de ontwikkeling van de omgevingsvisie moet ook het uiteindelijke omgevingsplan uitgewerkt worden. Dit moeten gemeenten voor 2029 doen. Tot die tijd worden de huidige bestemmingsplannen als één groot omgevingsplan gezien. In de tussenliggende periode is er voor gemeenten daarom vooral een pragmatische aanpak nodig.
Snel aan de slag
Het is aan te raden om snel te beginnen met het omgevingsplan. Dit kan stapsgewijs. Het vastleggen van de spelregels kan alleen via deze weg. Denk aan de mate van flexibiliteit of het werken met de vergunningen. Hoe duidelijker de regels zijn hoe gemakkelijker er te werken is onder de Omgevingswet. Wie slim is ziet hier ook kansen in.
Monitoring is essentieel bij implementatie
Wie nieuwe werkwijzen onder de Omgevingswet gaat implementeren, moet ook zorgen voor goede monitoring. Plannen die buiten de vergunningen vallen mogen door gemeenten wel van een vergunningsplicht worden voorzien. Zo is te monitoren op nut en noodzaak. Zo is beter aan te sluiten op de opgaven in een bepaald gebied. Monitoren is de kern van het omgevingsbeleid.
Meer samenwerking
Een belangrijk advies is het zoeken van de samenwerking. Dit kunnen gemeenten in een regio of provincie gemakkelijk doen. Waar het gaat om gemeentegrensoverschrijdende thema’s is een gemeenschappelijke visie op werkwijzen te ontwikkelen. Een eenduidige manier van werken is hier een voorbeeld van.
Mogelijke samenwerkingsgebieden
Zoals gezegd is onder de Omgevingswet de samenwerking zoeken op het gebied van werkwijze een aantrekkelijke optie. Ook als het gaat om het monitoren van de zaken is samenwerking een goede optie. Daarnaast is het slim om standaarden te ontwikkelen in de regio. Dit biedt meer ruimte voor initiatiefnemers.
Rol voor de provincie
Er is ook een rol voor de provincie weggelegd in de samenwerking. Die kan helpen om een duidelijk speelveld te creëren. Daarin kunnen de gemeenten dan hun werkwijzen gezamenlijk ontwikkelen.
Bron: Stadszaken