Winkelleegstand moet een achterhaald begrip worden in stadscentra
6 maart 2020
De winkelleegstand is een punt van zorg voor veel steden. Steeds als er een winkel sluit of een keten failliet gaat staat er weer een pand leeg. Niet alleen op minder populaire locaties, maar ook in bekende winkelstraten zie je steeds meer leegstand. Het gedrag van het winkelend publiek verandert snel, en zodra gigant Amazon zich op de Nederlandse markt gaat storten zal dat waarschijnlijk nog erger worden. Maar toch blijven veel steden vasthouden aan het bestemmingsplan van panden. Een winkel moet een winkel blijven, winkelleegstand moet worden aangepakt. Het is volgens deskundigen beter om te spreken van leegstaande panden dan van leegstaande winkels.
Gemengde stadsstraten functioneren beter
De winkelstraten zoals we die nu kennen bestaan pas zo’n 60 jaar. Voor die tijd waren winkelstraten een bonte mengeling van winkels, ambachten en kroegen. En nu is de tijd rijp om de winkelleegstand aan te pakken door het idee van straten met winkels los te laten en te kiezen voor meer diversiteit. Consumenten weten winkels ook te vinden als ze niet in een standaard winkelstraat zijn gevestigd, dat blijkt steeds meer in steden waar voor een nieuwe aanpak wordt gekozen.
Shoppen met beleven worden
Mensen gaan nu misschien niet meer ‘shoppen’ op zaterdagmiddag. Ze gaan wel naar de stad om daar de sfeer te proeven en het winkelen te combineren met een lekkere lunch, een bezoek aan de kapper of de bioscoop. Want dat zijn zaken die je niet via het internet kunt regelen en daarin kan een straat in het centrum van de stad dus uitblinken. Steeds meer steden komen tot dit inzicht en streven naar vernieuwing van hun stadscentrum. Hoe meer steden dit voorbeeld volgen, hoe sneller de winkelleegstand kan worden aangepakt.
Bron: Stadszaken.nl