Waarom opleidingskansen laten liggen ondanks subsidiemogelijkheden?

5 augustus 2019

De regering trekt nog eens 200 miljoen euro extra uit voor subsidie voor bijscholing. Dit geld is voor ‘iedereen’ die wil participeren in de maatschappij. Maar vreemd genoeg wordt er van mogelijkheden voor het volgen van bijscholing maar heel weinig gebruik gemaakt. Er zijn verschillende zogenaamde O&O fondsen (Opleidings- en Ontwikkelingsfondsen) voor verschillende beroepsgroepen. Deze beheren subsidiepotjes die het beleid van de regering die ‘een leven lang leren’ voorstaat vorm moeten geven. Subsidie voor bijscholing is voor vrijwel iedereen beschikbaar. Des te wranger is het dat er veel geld blijft liggen omdat er simpelweg geen gebruik van wordt gemaakt.

Persoonlijk ontwikkelbudget voor iedereen

De ministers Van Engelshoven (Onderwijs) en Koolmees (Sociale Zaken), beiden van D66, kwamen in de eerste helft van 2019 met een ‘persoonlijk ontwikkelbudget voor iedereen’ en trekken hiervoor € 200 miljoen euro uit. Dit geld is bedoeld voor ‘kwetsbare groepen’ die normaal gesproken geen of weinig gebruik maken van de mogelijkheid tot bijscholing. Per persoon kan er jaarlijks een bedrag van maximaal € 2.000 worden geclaimd. Het geld is beschikbaar voor werknemers, werkzoekenden en zzp’ers. Vooral mensen die werkzaam zijn in een functie die dreigt te verdwijnen, bijvoorbeeld als gevolg van automatisering, moeten de mogelijkheid krijgen om zich tijdig om te scholen.

Waarom laten we opleidingskansen liggen ondanks subsidiemogelijkheden

Duurzame inzetbaarheid van personeel

Scholing leidt tot duurzame inzetbaarheid van personeel, zo blijkt uit onderzoek. Goede werkgevers benaderen hun personeel dan ook actief met de mogelijkheden voor omscholing of bijscholing. Zo wordt de kans dat er van subsidie mogelijkheden gebruik wordt gemaakt meteen een stuk groter. De O&O fondsen kunnen ook een duit in het zakje te doen door zich meer bekend te maken bij hun doelgroep. Met geld alleen ben je er overigens niet. Werknemers moeten ook de tijd krijgen om bijvoorbeeld een cursus te volgen. Als aan een werknemer zowel geld als tijd beschikbaar wordt gesteld is de kans dat hij bereid is tot en geïnteresseerd is in bijscholing gelijk een stuk groter.

Vakbonden doen ook een duit in het zakje: Zij leiden ‘leerambassadeurs’ op. Deze moeten hun collega’s attenderen op subsidie voor bijscholing en de mogelijkheden die er liggen. Dit is een laagdrempelige manier van communiceren, de collega die de scholing promoot is immers een bekende persoon binnen het bedrijf. Hoe het nieuwe extra budget van minister Koolmees exact wordt vormgegeven is overigens nog niet helemaal duidelijk. De toekomst zal moeten uitwijzen of de aanpak het gewenste effect zal hebben.

Heeft u recht op subsidie? zie https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2019/06/03/persoonlijk-ontwikkelbudget-voor-iedereen

Bron: NRC Next