Verzorgingshuis verdwenen: ouderen zouden niet in ‘bejaardengetto’ willen wonen

24 juli 2017

Bron: NRC Handelsblad

Columnist Bert Pol van NRC Handelsblad slaat een zeer kritische toon aan over het handelen van beleidsbeslissers met betrekking tot huisvesting van ouderen. Volgens Pol hebben de beleidsbeslissers zich onvoldoende verplaatst in het perspectief van de ouderen. Er kan in ons land niet meer gesproken worden van een verzorgingstehuis, beleidsmakers hebben deze de nek om gedraaid. Wat nu nog rest is een diep gat als resultaat van beleidsbeslissers die belangrijke beslissingen voor ouderen namen.

Ouderen die bijvoorbeeld een operatie zijn ondergaan, zijn na afloop regelmatig wat verward en vergeetachtig. Zij kunnen in eerste instantie terecht in een revalidatiekliniek. Het probleem is echter dat zij soms lichamelijk eerder hersteld zijn dan geestelijk. Er is dan maar één permanente oplossing: een psychogeriatrisch verpleeghuis. Dit zou absurd zijn. De andere optie is een tijdelijk verblijf in een kamer, maar klachten van vergeetachtigheid verergeren als je niet in je eigen omgeving bent.

Hoe is het mogelijk dat werd besloten het verzorgingstehuis op te doeken? En wie hebben op grond waarvan dat besluit genomen? Het lijkt te zijn gekomen door het collectieve blikveld van beleidsbeslissers dat zich steeds meer heeft vernauwd. In wezen een ernstige vorm van bijziendheid. Wanneer beleidsbeslissers konden kiezen tussen soorten woningen voor ouderen, verkozen zij woningen in gewone woonwijken boven wonen dichtbij of onder het dak van een zorginstelling. In gewone wijken bleven de ouderen immers deel uitmaken van de maatschappij. Want wie wil er nu in een ‘bejaardengetto’ wonen?

Uit een onderzoek naar de verschillende soorten woningen voor ouderen is echter gebleken dat maar liefst negentig procent de voorkeur gaf aan wonen dichtbij of onder het dak van een zorginstelling. Wat is hier misgegaan? De beleidsbeslissers hebben de kloof tussen hun eigen situatie en die van de meeste ouderen over het hoofd gezien. De beleidsbeslissers hebben het financieel goed, dus zij zullen zelf op hogere leeftijd in staat zijn om in een prettige buurt te blijven wonen. Er is echter een grote groep ouderen die niet beschikt over deze financiële mogelijkheden. Deze groep wil niet blijven wonen in een wijk waar het helemaal niet zo gezellig is.

Het komt er dus op neer dat beleidsbeslissers even langs de opticien moeten gaan voordat zij belangrijke beslissingen over ouderen nemen. ‘Het zijn niet alleen ouderen die bijziend zijn’ – aldus Bert Pol.